Graaf Dirk VII van Holland (1190-1203)


gestorven Dordrecht 04-11-1203

 


Dirk VII was de zoon van Floris III en Ada van Schotland.
Hij volgde zijn vader in 1190 op na diens overlijden gedurende de derde kruistocht. In 1186 huwde hij te Loosduinen Aleid van Cleef, de dochter van de graaf van Cleef. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren, allen dochters, Ada na het overlijden van haar vader gehuwd met Lodewijk van Loon en in 1218 overleden, Aleidis die in 1202 stierf en Petronilla, die al jong overleed.

Nadat zijn jongere broer Willem in september 1191 overladen met roem uit het Heilige Land was teruggekeerd onstond er al vrij vlug onenigheid tussen de nieuwe graaf en zijn broer. Willem koos daarbij welhaast traditioneel de zijde voor de alweer opstandige Westfriezen in Drechterland.
Graaf Dirk, op dat moment druk in Zeeland om de "Zeeuwse kwestie" naar zijn hand te zetten, liet zijn vrouw Aleid met een leger noordwaards trekken waar zij op 10 augustus 1195 haar intrek in de abdij van Egmond nam. In november 1195 kwam het tot een treffen tussen gravin Aleid en haar zwager Willem. Door omkoping van de leiders van de Westfriezen uit Oude Niedorp en Winkel kon Aleid dit treffen naar haar hand zetten.
Na bemiddeling werd de twist tussen de beide broers bijgelegd. Willem kreeg het bestuur over het graafschap Midden-Friesland (waar sinds 1165 door de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland gezamelijk grafelijke rechten werden uitgeoefend) en een deel van de inkomsten uit het tolrecht van Geervliet.
Dit tolrecht was dat jaar door keizer Hendrik VI nogmaals, ook tegenover Vlaamse kooplieden, bevestigd. Deze keizer stond ook toe dat Dirk VII ten koste van het Sticht de Grote of Dordtse Waard bij zijn gebied inlijfde. Bovendien verklaarde hij het graafschap (ook in vrouwelijke lijn) erfelijk en kende hij hem in 1196 het tijdelijk bewind over het bisdom Utrecht toe. Hier moest Dirk zich handhaven tegenover Otto van Gelre, die het Oversticht (Overijssel) wilde bemachtigen. Dirk VII versloeg hem echter bij de Grebbeberg.
Het bewind over het bisdom bracht Dirk trouwens ook weer in conflict met zijn broer Willem die Hendrik de Kraan, één van de Utrechtse leenmannen, had onderworpen en diens burcht te Kuinre had verwoest.
In 1197 werd een gunsteling van keizer Hendrik VI, Dirk van Are, bisschop.
Kort na de dood van keizer Hendrik VI verliet Dirk VII de verliezende partij van de Hohenstaufen en stapte hij in 1198 over naar het kamp van de Welf Otto IV. In 1202 werd Dirk VI te hulp geroepen door Otto van Gelre nadat deze in conflict geraakt was met de hertog van Brabant.
Dirk ondernam een expeditie naar Brabant, waar hij het net gestichte 's-Hertogenbosch als rivaal van Geertruidenberg op 7 september 1202 verwoestte en de broer van de hertog met vele edelen gevangen nam. Op de terugweg raakte hij bij Heusden echter slaags met het sterke leger van de hertog. In de strijd die volgde werd Dirk VII door de hertog gevangengenomen. Tegen een hoog losgeld en het aanvaarden van ongunstige voorwaarden werd hij uiteindelijk weer losgelaten. Dirk VII werd gedwongen niet alleen over het deel van zijn gebied bezuiden het Hollands Diep, maar ook over Zuid-Holland (met Dordrecht) de Brabantse hertog en over het overige deel van Holland de bisschop van Utrecht als leenheer te erkennen.
Door deze tegenslag verloor Holland het overwicht in de noordelijke Nederlanden aan het Sticht en Brabant.
Na het overlijden van Dirk VII op 4 november 1203 te Dordrecht trachtte gravin Aleid het graafschap voor de op dat moment enige nog in leven zijnde dochter Ada veilig te stellen door haar nog voor de begrafenis van de overleden graaf te laten huwen met Lodewijk van Loon.
Haar zwager Willem eiste het graafschap echter voor zich op en met steun van meerdere edelen kwam Kennemerland in opstand waarna gravin Aleid en Lodewijk van Loon uitweken naar Utrecht. Ada verschanste zich in de burcht te Leiden die echter na een kort beleg werd ingenomen.
Ada werd door haar oom naar de Engelse koning gezonden en Willem nam vervolgens het bestuur van het graafschap op zich.
Wat volgde was de Loonse oorlog die tot 1206 zou duren.